Na een dag in Nakatsugawa en twee dagen Shibu Onsen hebben we het Japanse platteland weer achter ons gelaten en zijn we terug in Tokyo. Nog een paar dagen en de vlucht terug naar huis.
Hoewel niet verrassend was het platteland heel erg anders dan de drukke steden. Het tempo ligt er een stuk lager, de overdaad aan WiFi hotspots zoals in de steden ontbreekt volledig, en ook ziet het er allemaal een stuk minder modern uit.
Shibu Onsen was in een aantal opzichten wat ontluisterend. Erg rustig, veel gesloten winkels en leegstaande gebouwen. Deels komt dit doordat het een stadje is dat het van de winterperiode moet hebben. Maar duidelijk is ook wel dat na de Olympische winterspelen van 1998 er op veel gebieden de klad in is gekomen. Het dropje zelf heeft in de zomertijd ook weinig te beiden. Geen mooie oude straatjes en de “snow monkeys” (apen die in een warme poel hangen) zijn ’s zomers ook niet aanwezig. Het hostel waar we verbleven was wel weer prima; fijne grote kamer met prima bedden en een leuke gemeenschappelijke keuken waar het ontbijt werd geserveerd (eieren zelf klaarmaken) en waar we ook de tweede avond zelf hebben genoten van Sushi en Wagyu uit de supermarkt. De eerste avond gegeten bij een van de beste lokale restaurants. Dat viel wat tegen; redelijk eten maar meer ook niet.
Op vrijdag zijn we vanuit Shibu Onsen naar Matsumoto gereden; hier staat een van de best bewaarde grote Japanse kastelen. Prachtig en indrukwekkend.
De rit van Shibu Onsen naar Tokyo duurde zo’n 4 uur; lekker rustig gereden. We hadden een zuidelijke route gekozen in de hoop nog een glimp van mount Fuji te zien maar die bleef verscholen in de wolken. Het weer werdt gaandeweg wel beter maar ook inTokyo is het behoorlijk bewolkt met regelmatig buien. We zullen zien hoe de komende dagen uitpakken.